Peter Molyneux is een eigenaardige game-ontwikkelaar. Hij heeft titels als Populous, Fable en Black & White op zijn naam staan, maar Molyneux staat ook in de gamewereld als een vreemde snuiter bekend. Dat komt grotendeels door zijn gekke gameconcepten die hij altijd introduceert, maar nooit echt naar een eindproduct vertaalt. Curiosity – What’s inside the cube? (Molyneux mocht van NASA de game niet Curiosity noemen) is het eerste experiment van Molyneux waarvan hij ook daadwerkelijk een game heeft ontwikkeld. Wat houdt de game dan precies in? Je moet een immens grote kubus stukje voor stukje decontrueren, tot je bij het grote geheim komt.
Molyneux gaat van de nieuwsgierigheid bij gamers uit: wat zit er toch in die kubus? Molyneux kennende kan dit echt van alles zijn, van een geldbedrag tot een rickroll. Om daar achter te komen, moet je eerst de 60 miljard kubus-stukjes één voor één wegtikken. Dit gaat gepaard met leuke geluidseffecten en voor elk kubus-stukje dat je verwijdert, krijg je munten. Deze munten kun je aan nieuwe krachten en gereedschap spenderen om sneller de binnenkant van de kubus te bereiken.
Lees verder na de advertentie.
Elke laag van de kubus bevat volgens Molyneux iets ‘unieks’. Het is de bedoeling dat als een speler de binnenkant bereikt, het geheim voor de anderen – als het goed is – nog geheim blijft, waardoor andere spelers door kunnen blijven spelen. Op dit moment spelen duizenden andere spelers Curiosity, die allemaal één voor één de kubus-stukjes aan het verwijderen zijn. Nutteloos? Misschien, en dat is juist het experiment.
