Smartphonefabrikanten brengen teveel telefoons uit, vindt redacteur Michel. Hierdoor zitten we opgescheept met weinig vernieuwende toestellen waar zowel consumenten als het klimaat niet op zitten te wachten.
Lees verder na de advertentie.
Opinie: fabrikanten moeten minder telefoons uitbrengen
Vroeger had ik webshops voor het in- en verkopen van (tweedehands) smartphones. Een vaste groep klanten kwam jaarlijks op bezoek om hun ‘oude’ telefoon aan mij te verkopen.
Deze klanten vroegen zich bijvoorbeeld af hoeveel ik over had voor hun Samsung Galaxy S5, die in 2014 uitkwam. Zij waren immers overgestapt naar de Samsung Galaxy S6 Edge (2015). Het jaar daarop kwamen ze langs om te vragen naar mijn prijs voor dat toestel, want inmiddels hadden ze de Samsung Galaxy S7 (2016) in bezit.
Nu waren dit wel de echte liefhebbers, maar nog niet eens zo heel lang geleden was deze gang van zaken vrij standaard. Mensen wisselden vrij rap van smartphone. Dat was ook logisch, want de verschillen tussen telefoons waren toen veel groter.
Kocht je een nieuw toestel, dan kon je bijvoorbeeld ineens met een vingerafdrukscanner aan de slag. Ook experimenteerden fabrikanten met nieuwe ontwerpvormen, schoot de schermkwaliteit omhoog en werd de hardware merkbaar krachtiger.
Een saaie industrie
Inmiddels is de smartphone-industrie volwassen geworden. Dat blijkt wel uit de kwaliteit van nieuwe toestellen. In vroegere Android Planet-reviews deelden we regelmatig onvoldoendes uit aan nieuwe telefoons, maar tegenwoordig komt dat vrijwel niet meer voor. In het slechtste geval noemen we een nieuwe smartphone “gewoon prima”, dat de camera “niet overtuigend is” of dat de “prijs aan de hoge kant” is. Echte blunders zitten er echter niet meer bij.
Er kleven echter ook nadelen aan volwassen worden. Net zoals de meeste mensen is de smartphone-industrie met de tijd saaier geworden. Het is altijd lastig om in de verleden tijd te spreken, maar de grootste telefooninnovaties lijken inmiddels wel de revue te zijn gepasseerd. Het gros van de nieuwe toestellen pakt de blauwdruk van de voorganger erbij en voegt hier en daar wat kleine verbeteringen toe.

Waarom zou je overstappen?
Een goed voorbeeld van dit fenomeen is de onlangs gepresenteerde Samsung Galaxy S22. Dit toestel vertoont een hoop overeenkomsten met zijn voorganger, de Samsung Galaxy S21. Het grootste verschil tussen de twee is de verbeterde camera van de S22. Verder heeft het nieuwe toestel een iets betere processor, maar is dat echt een reden om een nieuwe smartphone te kopen?
Ook wanneer je de kersverse Samsung met zijn twee jaar oudere broer vergelijkt, de Samsung Galaxy S20, valt het wel mee qua verbeteringen. De S22 heeft weliswaar een beter camerasysteem en krachtigere hardware, maar de echte winst zit ‘m wat mij betreft in de software.
Samsung heeft beloofd de nieuwe telefoon minstens tot en met Android 16 bij te werken, de softwareversie die in 2025 uitkomt. Dit terwijl de Samsung Galaxy S20 enkel verzekerd is van Android 13, dat later dit jaar verschijnt. Had Samsung dit updatebeleid van de S22 naar de S20 gebracht, dan was er nog minder reden om over te stappen.
Dit gebrek aan echte innovatie ligt niet specifiek aan Samsung. Het ‘probleem’ is namelijk industriebreed. In plaats van Samsung had ik vrijwel iedere andere smartphonefabrikant als voorbeeld kunnen nemen. De conclusie zou keer op keer nagenoeg identiek zijn. Nieuwe smartphones zijn lichtelijk verbeterde versies van hun voorgangers, maar er is weinig nieuws onder de zon.
Consumenten zijn ‘upgrademoe’…
Als gezegd is de smartphonemarkt inmiddels een volwassen industrie en daarin is weinig plaats voor experimenteren. Die vlieger gaat ook op voor consumenten, want mensen doen steeds langer met hun toestel en zitten helemaal niet meer te wachten op een jaarlijkse ‘upgradecyclus’.
Uit eigen onderzoek blijkt dat veruit de meeste lezers (zo’n 65 procent) van Android Planet drie jaar of langer met hun toestel doen. 30 procent gebruikt haar of zijn smartphone twee jaar. Een kleine minderheid van ongeveer 5 procent wisselt jaarlijks van toestel.
Nu is deze peiling onder lezers allesbehalve representatief, maar het schetst wel een beeld van de stemming onder consumenten. De strekking wordt onderschreven door andere onderzoeken. Een paar jaar geleden schatte de Consumentenbond bijvoorbeeld dat mensen gemiddeld zo’n twaalf tot vijftien maanden met hun telefoon deden. Toen men dit onderzoek in 2021 herhaalde, kwam de gemiddelde levensduur uit op zo’n 2.5 jaar.
Amerikaans onderzoek wijst dezelfde kant uit. Volgens het bedrijf Hyla Mobile, dat afgedankte telefoons een tweede leven geeft door ze te repareren, deden consumenten in 2016 zo’n 1.63 jaar met hun smartphone. In 2018 was dit aantal toegenomen tot 2.83 jaar en in 2020 werd het onderzoek voor het laatste gehouden. Mensen deden toen gemiddeld 3.21 jaar met hun telefoon.
…Net als het klimaat
Tot slot is het jaarlijks uitbrengen van nieuwe smartphones allesbehalve duurzaam. Het is goed dat fabrikanten beetje bij beetje, mede dankzij maatschappelijke druk en het groeien van uitdagers als Fairphone, meer aandacht voor het klimaat hebben, maar de meest duurzame smartphone is degene die je op dit moment in gebruik hebt.
Kortom, logisch bekeken is het helemaal niet nodig om jaarlijks een nieuwe smartphonelijn uit te brengen. De veranderingen ten opzichte van het vorige model zijn te klein om een nieuwe telefoon te verantwoorden. Bovendien zitten consumenten er niet op te wachten én ook het klimaat is gebaat bij minder geforceerde updates.
Dat de verdienmodellen van fabrikanten hierdoor onder druk komen te staan, zegt meer over de perverse aard van het businessmodel dan de daadwerkelijk toegevoegde waarde.