Samsung kan onvoldoende touchscreenpanelen produceren voor de Galaxy Tab 8.9, zo meldt een Koreaanse nieuwsbron. Het probleem heeft te maken met de G1F-panelen die Samsung in de kleine tablet wil gebruiken. Het bedrijf is daardoor gedwongen om twee verschillende touchscreens te gebruiken. Samsung was aanvankelijk van plan om ‘s werelds platste tablet te maken (8,6 mm), dankzij nieuwe touchscreentechnologie met G1F-panelen. Bij de productie daarvan vallen zoveel onbruikbare panelen af, dat de tablets niet snel genoeg geproduceerd kunnen worden. Als het probleem niet snel wordt opgelost, gaat het Samsung niet lukken om de beloofde 10 miljoen tablets dit jaar te verkopen.
Het plan was om twee lokale G1F-paneelfabrikanten in te schakelen en de productie eind deze maand te laten starten. Maar door tekorten gaat dat niet lukken. Samsung moet nu naast G1F twee extra paneelfabrikanten inschakelen die GFF (Glass Fiber Filter)-technologie gebruiken. Deze panelen zijn dikker en van mindere kwaliteit.
Lees verder na de advertentie.
Samsung zit nu met een dilemma: gaat het de superplatte tablet uitbrengen en neemt ze daarbij voor lief dat er minder stuks verkocht zullen worden? Of gaan ze haasten om de tablet in grote aantallen op de markt te brengen, met als gevolg dat meer klanten zullen klagen over de schermkwaliteit? Een GFF-scherm is 30 tot 40 procent dikker dan G1F. De weergave van het scherm is ook van mindere kwaliteit, omdat er een extra filmlaag op zit, die minder licht doorlaat. Pas dus goed op welke versie van de Galaxy Tab 8.9 je koopt: die met het dunne of dikkere scherm.
