Met een wearable die je gezondheid de hele dag door bijhoudt, ben je bewust van elke kleine verandering in je lichaam en daar kun je angstig door worden. Op deze manier strijd je tegen die ‘wearable angst’.
Lees verder na de advertentie.
Wearable angst: laat de data je niet overweldigen
Als je horloge vertelt dat je hartslag in rust de afgelopen periode iets hoger is geworden, kun je daar angstig van worden. Als je wearable zegt dat je informatie niet goed gelezen kan worden, denk je mogelijk dat er iets mis met je is. Als je hartslag plots heel hoog gaat bij inspanning, moet je dan niet direct stoppen?
Het klinkt misschien overdreven, maar de constante toegang tot je gezondheidsdata kan voor een hoop angsten zorgen. Dan draag je zo’n wearable om je gezondheid te helpen, maar bereik je eigenlijk het tegenovergestelde. We zetten enkele manieren op een rij om ervoor te zorgen dat die gezondheidsdata van je wearables je niet overweldigen.

1. Luister naar je lichaam
Een smartwatch of fitnesstracker kan een hoop meten, maar het is altijd verstandiger om in de eerste plaats naar je lichaam te luisteren.
Als jij bijvoorbeeld je slaap meet met je wearable, dan kijk je waarschijnlijk ‘s ochtends als eerste naar het horloge of de app van je fitnesstracker om te zien hoeveel uurtjes je hebt geslapen. Geeft het horloge dan aan dat je minder hebt geslapen dan je had gehoopt, dan begin je de dag direct slecht. Je voelt je prikkelbaar en vermoeid omdat je niet je uren hebt gehaald. Misschien voel je zelfs angst, omdat je weet dat je slaap nodig hebt om gezond te zijn.
Als je echter geen informatie van je wearable had gekregen, had je wellicht zonder erover na te denken een prima dag gehad. Misschien had je die nacht niet zoveel slaap nodig, omdat je de dag ervoor lekker had ontspannen of had uitgeslapen. Die zeven of acht uren slaap zijn echt niet heilig.
2. Geef het tijd
Je lichaam is constant aan verandering onderhevig. Bijvoorbeeld omdat je minder of meer bent gaan sporten, je een virus hebt die verwerkt moet worden, of je weinig slaap hebt gehad waardoor je lichaam moeite heeft met herstellen. Ook emotionele stress kan veel invloed hebben op je lichaam.
Al die dingen kun je ook terugzien in je gezondheidsdata, zoals je hartslag. Merk je een verandering in de data en maak jij je zorgen? Geef het dan eerst even tijd. De kans is groot dat je na bijvoorbeeld een weekje weer normale cijfers hebt.
3. Zet concrete doelen tegen wearable angst
Een manier om je wearable voor jou te laten werken, is door duidelijke doelen neer te zetten. Geef jezelf een doel voor een specifiek aantal stappen per dag of een specifiek aantal workouts per week. Dat zijn dingen die je wearable heel concreet kan meten en waar jij aan kan werken.

4. Vraag je af of je wel een wearable moet dragen
Wearables zijn fantastische apparaatjes om je gezondheid in de gaten te houden en je te motiveren om te sporten. Maar zodra je merkt dat je vooral angstig wordt van die constante stroom aan gezondheidsdata, is het verstandig om je relatie met die wearable te heroverwegen.
Bijvoorbeeld door de smartwatch of fitnesstracker niet meer ‘s nachts te dragen of alleen tijdens je workouts te gebruiken. In sommige gevallen kan het volledig afscheid nemen van het apparaatje zelfs de juiste beslissing zijn.
Wearables voor je geestelijke gezondheid
Wearables kun je niet alleen dragen om je fysieke gezondheid bij te houden. Deze apparaatjes doen ook steeds meer met geestelijke gezondheid. We zetten daarnaast de verschillen tussen trackers en smartwatches op een rij.