De invloed van mobiele apparaten op ons leven is de afgelopen jaren flink toegenomen en daar zal in 2015 geen verandering in komen. Welke ontwikkelingen op het gebied van mobile mag je dit jaar niet missen? We zetten er 5 op een rijtje.
Lees verder na de advertentie.
1. Grote en goedkope smartphones worden de norm
In 2014 hebben we de nodige phablets, telefoons met een beelddiagonaal van meer dan 5,5 inch, voorbij zien komen. Hoewel nog maar een paar jaar geleden lacherig werd gedaan over grote telefoons als de Samsung Galaxy Note, spreken de verkoopcijfers van dit soort toestellen boekdelen. Elke telefoon in de Note-serie is bijvoorbeeld goed voor tientallen miljoenen verkochte exemplaren en vooral in Azië zijn phablets populair. In Nederland en België zijn grote smartphones echter ook in trek, wat ten koste gaat van tablets, die het afgelopen jaar sterk in populariteit daalden.
Voor het komende jaar verwachten we dat de verkoop van phablets toeneemt, wat kannibaliserend werkt op de verkoop van tablets (en zelfs laptops). Iets dat niet alleen voor gebruikers (meer keuze!), maar ook voor webshops en contentaanbieders interessant is. Uit onderzoek van later lezen-dienst Pocket blijkt namelijk dat gebruikers langer content consumeren op smartphones met een groter scherm. Advertenties worden meer en meer op mobiel bekeken en potentiële kopers laten vaker hun tablet en laptop links liggen en verwachten in toenemende mate dat ze met hun smartphone gemakkelijk kunnen bestellen en afrekenen.
Goedkope smartphones hebben bijgedragen aan het succes van Android
Op het gebied van smartphones is nog een belangrijke trend te zien die in 2015 zal doorzetten: de daling van de gemiddelde prijs van toestellen. Het afgelopen jaar kostte maar liefst de helft van de verkochte smartphones minder dan 200 euro. Dat heeft er grotendeels aan bijgedragen dat Android momenteel een marktaandeel van maar liefst 83 procent geniet. Een recente iPhone voor een dergelijk laag bedrag is immers lastig te vinden. Het aanbod goedkope smartphones zal in 2015 waarschijnlijk nog groter worden, voornamelijk dankzij het groeiende aantal fabrikanten (100+) van Android-toestellen.
Chinese bedrijven als Huawei, Lenovo en Xiaomi brengen voor relatief weinig geld steeds betere smartphones uit. Consumenten zijn op hun beurt eerder geneigd om voor een sim-only met een los toestel te kiezen, ook omdat abonnementen mét toestel steeds minder prijsvoordeel bieden.
2. Wearables breken definitief door
Als we terugblikken op het afgelopen jaar, dan kunnen we stellen dat de meeste innovatieve wearables – zoals Google Glass – de boeken ingaan als gefaalde experimenten. Glass is enerzijds het summum wat gadgets betreft, maar anderzijds weinig elegant, niet echt functioneel en erg fragiel. De consumentenrelease van Glass, die in 2014 werd verwacht, bleef dan ook uit. Misschien kan een hipper uitziende Glass in 2015 wĂ©l potten breken.
In het derde kwartaal van 2014 groeide de markt voor wearables niettemin met 37 procent, vooral dankzij de sportarmbanden van Fitbit en Jawbone. De eerste echt goede smartwatches hebben de markt nog niet op zijn kop gezet, maar daar komt dit jaar verandering in. Enerzijds dankzij de doorontwikkeling van de platforms (Android Wear van Google en Tizen van Samsung) waarvan de apparaten gebruikmaken en anderzijds dankzij de introductie van de Apple Watch.
Vooral Amerikanen zien het zitten om wearables te dragen
Want hoewel Apple erg laat is met het uitbrengen van zijn smartwatch, heeft het bedrijf wel door dat deze mooi en gemakkelijk te gebruiken moeten zijn voor doorsnee gebruikers. Apple huurde experts in op het gebied van mode en design en heeft de slimme keuze gemaakt zijn smartwatch in verschillende formaten en versies uit te brengen. Wanneer de Apple Watch verschijnt in ons land is nog steeds niet bekend; voorlopig zijn alleen smartwatches met Android Wear (zoals de Sony SmartWatch 3 hiernaast) goed verkrijgbaar.
Toch verwacht onderzoeksbureau Forrester dat in 2015 zo’n 10 miljoen exemplaren van de Apple Watch over de toonbank gaan, voornamelijk in de VS. Ook interessant: ongeveer 45 procent van de Amerikanen ziet het wel zitten om een smartwatch, sportband of smartglasses te dragen, versus 32 procent van de Europeanen.
3. ‘Alles’ draait om gezondheids-apps
‘In 2015 zullen een half miljard mensen gebruikmaken van gezondheids-apps’, zo voorspelde het Global Mobile Health Market Report vier jaar geleden. De voorspelling is wat gedateerd, maar anno 2015 is het duidelijk dat de impact van dit soort apps steeds groter wordt. Het afgelopen jaar groeide (op iOS althans) het gebruik van fitness- en gezondheids-apps twee keer zo hard als gemiddeld. Bovendien zijn zowel Android (Google Fit) als iOS (Gezondheid) standaard voorzien van een ecosysteem dat allerhande data over je activiteiten en gezondheid samenbrengt.
Beide platforms worden regelmatig van updates voorzien en daarmee functioneler, zeker naarmate meer apps en accessoires ermee samen kunnen werken. Apple’s Gezondheids-app heeft op dit vlak een streepje voor: je kunt er een medisch paspoort invoeren met contactinformatie en eventuele aandoeningen die je hebt, maar ook je sport-app en voedseldagboek koppelen. Gezondheid koppelt alle informatie aan elkaar en geeft op die manier een goed beeld van je leefstijl. De verwachting is dat de Apple Watch met al zijn ingebouwde sensoren het platform een flinke boost gaat geven.
Op het vlak van gezondheids-apps heeft Apple een streepje voor
En we blijven nog even bij Apple. Tech-expert Tim Bajarin verwacht namelijk dat het bedrijf uit Cupertino op termijn een van de belangrijkste bedrijven in de gezondheidszorg gaat worden. Met Gezondheid kunnen gebruikers hun bloeddruk, eetgewoontes en slaapritme bijhouden en uiteindelijk moet deze informatie ook worden doorgespeeld naar artsen en ziekenhuizen voor een snellere afhandeling van zorgvragen.
Met Google Fit is dit momenteel nog niet mogelijk, al kunnen we ons voorstellen dat Google de functionaliteit van de ingebouwde app de komende maanden sterk gaat verbeteren. Hopelijk kan dan ook je Android-toestel als doorgeefluik van informatie dienen, zodat je niet voor elke scheet naar de huisarts hoeft. Mogelijk nemen dan ook de kosten en druk in de gezondheidszorg af.
4. Je auto en mobieltje gaan (beter) met elkaar samenwerken
Er is het afgelopen jaar veel gesproken en geschreven over de platforms die Google en Apple hebben ontwikkeld voor auto’s. Hoewel het aantal auto’s dat rondrijdt met Android Auto en CarPlay nog zeer beperkt is, bieden de systemen wel interessante mogelijkheden. Zo kun je gemakkelijk je smartphone koppelen en in de auto toegang krijgen tot Google Maps, Spotify en al je inkomende berichten en telefoontjes. Alles is te bedienen met het touchscreen of de spraakherkenningssoftware van Google en Apple.
Voor de implementatie van Android Auto heeft Google het zogenoemde Open Automotive Alliance in het leven geroepen: een samenwerkingsverband tussen autofabrikanten en elektronicaleveranciers om het infotainmentsysteem in de auto open te stellen. Tot het verbond behoren onder meer grote namen als Audi, Ford, Fiat, Kia, Volkswagen en Volvo. Ook CarPlay mag rekenen op brede ondersteuning van onder andere BMW, Ford, Kia, Mercedes, Volkswagen en de PSA-groep van Peugeot en Citroën. Wissel je vaak van type smartphone, dan is het goed om te weten dat diverse fabrikanten waaronder Audi, Honda, Hyundai, Opel en Volvo hebben toegezegd beide platforms te ondersteunen.
Dit jaar zullen meer auto’s voorzien worden van Android Auto en CarPlay
In 2015 zal de ontwikkeling en implementatie van Android Auto en CarPlay een vlucht nemen. De eerste app-ontwikkelaars zijn al aan de slag met de platforms en fabrikanten als Pioneer verkopen reeds systemen die werken met CarPlay en achteraf in auto`s zijn in te bouwen. De komende jaren zullen Android Auto en CarPlay jaarlijks met respectievelijk 179 en 165 procent groeien, zo voorspelt marktonderzoeker ABI Research. Over een jaar of vijf zullen circa 40 miljoen auto’s van Android Auto en 37 miljoen auto’s van CarPlay voorzien zijn, terwijl het alternatieve platform MirrorLink slechts een beperkte rol van betekenis zal spelen.
5. Al je (mobiele) gadgets gaan met elkaar praten
In 2015 zal je smartphone steeds beter kunnen praten met je auto, maar ook met de elektronica in je huis. We zagen het afgelopen jaar al de nodige slimme thermostaten, rookmelders, lampen, wekkers, weegschalen en tandenborstels de revue passeren en daar zullen in 2015 alleen nog maar meer apparaten bij komen. Allemaal te bedienen met een app en – hopelijk binnenkort – perfect op elkaar afgestemd.
In maart vorig jaar sprak ik met Luke Mansfield, die de innovatietak van Samsung leidt en dagelijks bezig is met het bedenken van slimme oplossingen voor mobiele apparaten, huishoudelijke apparatuur, camera’s, computers en ga zo maar door. Mansfield is van mening dat alle producten in je huis dezelfde `taal` moet spreken om goed te kunnen samenwerken. Hij is er van overtuigd dat smartphones interessante mogelijkheden bieden om te fungeren als afstandsbediening voor ons leven.
Die mogelijkheden hebben – ja alweer – Apple en Google goed in de gaten. Zo is eerstgenoemde druk in de weer met HomeKit, een ecosysteem voor het centraal besturen van alle slimme apparatuur in je huis. Fabrikanten van domotica kunnen daar nu al op inspelen door ondersteuning voor HomeKit te implementeren. Gebruikers kunnen op hun beurt apparaten groeperen en acties eraan koppelen, zodat bij bijvoorbeeld thuiskomst volautomatisch de lampen aangaan, gordijnen sluiten, de verwarming aanslaat en de deuren op slot gaan.
Smartphones fungeren als afstandbediening voor ons leven
Ook van Google zullen we in 2015 meer horen op het gebied van domotica. Het bedrijf deed afgelopen jaar de nodige overnames, waaronder die van Nest (slimme thermostaat) en start-up Dropcam (beveiligingscamera met WiFi). Google heeft nog geen ecosysteem als HomeKit, maar de verwachting is dat Nest deze rol gaat vervullen.
Uiteindelijk is het wel te hopen dat fabrikanten ervoor kiezen om ondersteuning voor beide platforms toe te voegen aan hun smart devices, zodat je als consument niet gedwongen wordt om een keuze voor Google dan wel Apple te maken. Elk onderdeel van je leven met een smartphone bedienen is de toekomst, maar niet als je daar steeds een aparte app voor nodig hebt.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op Marketingfacts.